2024

Project 5: Onderzoek naar flexibiliteit bij kinderen en hun eetgedrag

Kinderen die flexibeler zijn in hun gedrag, zouden ook meer open staan voor verschillende soorten voedsel, zo wordt er gedacht. Bijvoorbeeld, als een kind gewend is om broccoli alleen met appelmoes te eten en het dan zonder appelmoes wordt aangeboden, kan het zijn dat het kind weigert het te eten. In dit project onderzoeken we of er inderdaad een verband is tussen  flexibiliteit en eetgewoonten.

2024

Project 4: Probeer je eten sneller als je honger hebt?

In dit onderzoek willen we begrijpen of honger ervoor zorgt dat kinderen meer openstaan om bepaald voedsel te proberen. We onderzoeken ook of het uitmaakt of dit voedsel al bekend of juist onbekend is voor het kind. Daarnaast zijn we geïnteresseerd in eventuele verschillen tussen kinderen die makkelijk of juist moeilijk zijn wat betreft hun eetgewoonten.

2023

Project 3: Hoe kinderen groente en fruit categoriseren en herinneren

In een onderzoek met kinderen tussen 4-6 jaar oud hebben we onderzocht hoe ze voedsel in categorieën plaatsen en wat ze zich herinneren. We ontdekten dat kinderen vaak kleur als basis gebruikten om voedsel te categoriseren en te herinneren. Kinderen die beter waren in het categoriseren van het soort voedsel, waren ook beter in het onthouden wat voor soort voedsel het was. We vonden geen verband met kieskeurig eten. Andere factoren, zoals hoe bekend voedsel is, lijken dus een grotere rol te spelen bij kieskeurig eetgedrag.

2022

Project 2: Maakt keuze groente aantrekkelijk?

Kinderen groente laten eten is niet altijd makkelijk. Hoe kan je kinderen toch zover krijgen om ze te laten proeven? In dit project onderzochten we wat de rol is van een eigen keuze van het kind. De resultaten van deze studie laten zien dat kinderen eerder geneigd zijn een onbekende groente te proeven als ze zelf een keus mogen maken.

2021

Project NEMO: Komt dat proeven!

In het Amsterdamse NEMO science museum hebben we onderzoek gedaan naar kieskeurig eten bij kinderen van 4 tot 15 jaar. We hebben gekeken hoe goed de kinderen een bittere smaak konden proeven. Niet iedereen heeft namelijk dezelfde smaakpapillen: voor sommigen smaakt een spruitje bitterder dan voor anderen. Ook hebben we met een snoepjesspel gekeken of kinderen een gokje durven te wagen, en misschien een heel vies snoepje moesten eten, of dat ze dit vermijden en liever een snoepje minder nemen. We vonden dat goed kunnen proeven van een bittere smaak niet veel invloed heeft op kieskeurig eten. Maar wel blijkt dat kinderen die moeite hebben met nieuwe groenten, ook de kinderen zijn die niet van een gokje houden in het snoepjesspel. Kieskeurige eters lijken het dus graag op veilig te willen spelen!